Pastoor
Pastoor is een atypisch restaurant in de pastorij naast de kerk Theresia van het Kind Jezus in de buurt van de Brugse Poort. Atypisch in die zin dat er slechts gereserveerd kan worden voor één gezelschap per avond, en dat voor een groep van minimaal 8 en maximaal 12 personen, 4 avonden per maand. Er wordt steeds een vast seizoensgebonden menu aangeboden met optioneel aangepaste wijnen.
De eetzaal - met prachtig uitzicht op de aangrenzende kerk - is modern maar toch huiselijk ingericht: veel glas, een houtkachel die de hele avond aardig werk moet verrichten en één lange smalle tafel met zicht op de open keuken vlakbij. Deze avond is er assistentie voorzien, maar doorgaans doet de uitbater zelf blijkbaar alles in zijn eentje. De uitbater die we voor het gemak verder maar ‘de pastoor’ zullen noemen, zo noemt hij zichzelf trouwens ook consequent - de kapitein is niet de enige met een alter ego.
Op een krijtbord buiten wordt Captain Critic al verwelkomd met het menu van de dag, waarna binnen het aperitief volgt. Het hapje is een dik sneetje pompoen met twee toefjes crème van Bleu de Bresse (een Franse blauwschimmelkaas) en verder pistache en olijf. De pompoen is nog wat beetgaar, wat bij een amuse zeker niet stoort, en de combinatie met de grof gehakte pistachenootjes en de zwarte olijf tilt het geheel naar een hoger niveau.
Het voorgerecht werd buiten op het krijtbord nog aangekondigd als ‘zeebaars - prei - yoghurt’, maar de zeebaars is op het bord vervangen door schelvis, die bij de vishandel wél vers voorradig was. Geen enkel probleem: de kapitein eet liever kraakverse schelvis dan een zeebaars van eergisteren. De vis is perfect gebakken en vergezeld van verschillende structuren van prei. Origineel en lekker, al moet de kapitein toegeven dat gedroogde prei niet meteen iets is dat hij elke dag zou eten. De yoghurt maakt het geheel fris, licht en wat zurig, maar kon misschien wat extra kruiding gebruiken om wat meer pit te geven aan het gerecht. Een klein schepje viseitjes geeft het bord kleur.
Nagenoeg al het servies is overigens zelfgemaakt. Of toch zelfgemaakt in opdracht. De pastoor werkt namelijk overdag in het buitengewoon onderwijs en laat zijn leerlingen het servies voor zijn restaurant maken. Vonden zulke toestanden in Bangladesh plaats, men zou van kinderarbeid spreken. Hoe dan ook: pastoors hebben in het verleden wel ergere dingen gedaan met leerlingen, en lichte dwang of niet; het resultaat mag er wezen. De borden en kopjes zijn origineel, ruw en passen perfect bij het concept en de gerechten van Pastoor.
Het hoofdgerecht is wat Captain Critic betreft het hoogtepunt van de avond: parelhoen met witloof en knolselder. Witloof in de vorm van een bitter zalfje en enkele rauwe blaadjes, de knolselder als een stevige plak. Wat mosterdzaadjes en een heerlijke notenpraliné geven een lekkere kick, maar de ster van het bord is toch de parelhoen. Zoals het hoort bij parelhoen nog heel erg zacht en sappig van cuisson en met een lekker krokante, pittig gekruide velkant. Net als bij het visgerecht worden de restjes vlees en groenten die na de dressering van alle borden nog overbleven, in een schaal op tafel gezet. Een schaal waar de kapitein maar al te graag nog enkele stukken parelhoen uit graait.
Het dessert (‘appel - kaneel - koffie’) brengt exact wat het belooft: appel, kaneel en koffie. En dat in de vorm van brunoise van appel, appelmoes, mokka-ijs, koffiereductie en kaneel-sponscake. Best een geslaagde afsluiter van een geslaagde ervaring. Ja, Pastoors als deze zijn wat Captain Critic betreft meer dan welkom in Gent. In tegenstelling tot de meeste andere pastoors. Doe zo verder, eerwaarde.
De eetzaal - met prachtig uitzicht op de aangrenzende kerk - is modern maar toch huiselijk ingericht: veel glas, een houtkachel die de hele avond aardig werk moet verrichten en één lange smalle tafel met zicht op de open keuken vlakbij. Deze avond is er assistentie voorzien, maar doorgaans doet de uitbater zelf blijkbaar alles in zijn eentje. De uitbater die we voor het gemak verder maar ‘de pastoor’ zullen noemen, zo noemt hij zichzelf trouwens ook consequent - de kapitein is niet de enige met een alter ego.
Op een krijtbord buiten wordt Captain Critic al verwelkomd met het menu van de dag, waarna binnen het aperitief volgt. Het hapje is een dik sneetje pompoen met twee toefjes crème van Bleu de Bresse (een Franse blauwschimmelkaas) en verder pistache en olijf. De pompoen is nog wat beetgaar, wat bij een amuse zeker niet stoort, en de combinatie met de grof gehakte pistachenootjes en de zwarte olijf tilt het geheel naar een hoger niveau.
Het voorgerecht werd buiten op het krijtbord nog aangekondigd als ‘zeebaars - prei - yoghurt’, maar de zeebaars is op het bord vervangen door schelvis, die bij de vishandel wél vers voorradig was. Geen enkel probleem: de kapitein eet liever kraakverse schelvis dan een zeebaars van eergisteren. De vis is perfect gebakken en vergezeld van verschillende structuren van prei. Origineel en lekker, al moet de kapitein toegeven dat gedroogde prei niet meteen iets is dat hij elke dag zou eten. De yoghurt maakt het geheel fris, licht en wat zurig, maar kon misschien wat extra kruiding gebruiken om wat meer pit te geven aan het gerecht. Een klein schepje viseitjes geeft het bord kleur.
Nagenoeg al het servies is overigens zelfgemaakt. Of toch zelfgemaakt in opdracht. De pastoor werkt namelijk overdag in het buitengewoon onderwijs en laat zijn leerlingen het servies voor zijn restaurant maken. Vonden zulke toestanden in Bangladesh plaats, men zou van kinderarbeid spreken. Hoe dan ook: pastoors hebben in het verleden wel ergere dingen gedaan met leerlingen, en lichte dwang of niet; het resultaat mag er wezen. De borden en kopjes zijn origineel, ruw en passen perfect bij het concept en de gerechten van Pastoor.
Het hoofdgerecht is wat Captain Critic betreft het hoogtepunt van de avond: parelhoen met witloof en knolselder. Witloof in de vorm van een bitter zalfje en enkele rauwe blaadjes, de knolselder als een stevige plak. Wat mosterdzaadjes en een heerlijke notenpraliné geven een lekkere kick, maar de ster van het bord is toch de parelhoen. Zoals het hoort bij parelhoen nog heel erg zacht en sappig van cuisson en met een lekker krokante, pittig gekruide velkant. Net als bij het visgerecht worden de restjes vlees en groenten die na de dressering van alle borden nog overbleven, in een schaal op tafel gezet. Een schaal waar de kapitein maar al te graag nog enkele stukken parelhoen uit graait.
Het dessert (‘appel - kaneel - koffie’) brengt exact wat het belooft: appel, kaneel en koffie. En dat in de vorm van brunoise van appel, appelmoes, mokka-ijs, koffiereductie en kaneel-sponscake. Best een geslaagde afsluiter van een geslaagde ervaring. Ja, Pastoors als deze zijn wat Captain Critic betreft meer dan welkom in Gent. In tegenstelling tot de meeste andere pastoors. Doe zo verder, eerwaarde.
ik vroeg mij al af wat er op ons bord lag... dat het lekker was, dat wist ik wel nog
BeantwoordenVerwijderen