Gillis (2)
Nee, het is niet de eerste keer dat Captain Critic een bezoek brengt aan Gillis, en het zal verre van de laatste keer zijn ook. Sinds zijn eerste recensie, kort na de opening van dit walhalla voor vleesliefhebbers, is de kapitein er nog een aantal keer geweest, maar dan niet elke keer in zijn rol van Captain Critic. Die eerste recensie dateert echter al van 2014, hoog tijd dus voor een update.
Op zich is er niet zo heel erg veel veranderd sinds het eerste bezoek van de kapitein aan Gillis, inmiddels bijna 4 jaar geleden. Of het zou het aantal gasten moeten zijn: die eerste keer zat de kapitein nagenoeg alleen in het restaurant, een aantal jaar later is dat niet langer het geval: de zaal is mooi gevuld. Een bemoedigend teken dat de Gentenaar goed vlees weet te waarderen. Dat restaurants als Gillis het (commercieel) goed doen, is een teken dat het misschien toch ooit nog goed komt met de mensheid. In tijden van Trump, Poetin, Brexit en Ed Sheeran kan de mensheid wel een lichtpunt gebruiken.
Als aperitief neemt Captain Critic een Copenhagen Havn Gin tonic, met zeekraal en citroenzeste. Volgens de regels van de kunst geserveerd in een glas met 1 grote ijsblok. Daarbij een eenvoudig potje zwarte olijven en een zakje brood. Als voorgerecht traag gegaard buikspek. Enkel vergezeld van een schep rode kool en een plak gekonfijte gember kan het amper eenvoudiger gepresenteerd worden, maar wie kan dat wat schelen wanneer het heerlijke vlees in kwestie zo zacht is dat het haast smelt op de tong. De kapitein was al veel langer fan van buikspek (was hij een tienermeisje, hij had er posters van boven zijn bed hangen), en wordt bij Gillis enkel verder gesterkt in zijn overtuiging. Buikspek is van het beste vlees dat er is.
En van topvlees gesproken: de gerijpte entrecôte in al zijn schoonheid is nog steeds waar het bij Gillis om draait. Deze keer opteert de kapitein voor een saignant gebakken Oostenrijkse Simmental (6 weken gerijpt). Krachtig en mooi gemarmerd vlees zou dat moeten zijn, met een uitgesproken smaak van boter en melk. Daarbij 3 sauzen (smakelijke peperroom-, heerlijke bordelaise- en fantástische béarnaisesaus), frieten die meer op frituurfrieten lijken dan de pommes pont neufs van de begindagen van Gillis (een voorkeur heeft de kapitein niet, ze zijn beiden even geslaagd) en een potje gemengde sla. Niets mis met gemengde sla, maar het witloofslaatje dat vroeger bij de entrecôtes geserveerd werd, was toch ook niet mis. Het naar binnen werken van een gerijpte entrecôte bij Gillis is geen lachertje. Noeste arbeid is het eerder, maar arbeid loont. De entrecôtes blijven van eenzaam hoog niveau, nu al bijna 4 jaar aan een stuk. Hopelijk blijven ze dat nog veel langer. Captain Critic zal Gillis alvast blijven frequenteren.
Op de menukaart overigens een uitgebreide uitleg bij elk van de vier klassieke bakwijzen van een entrecôte: bleu, saignant, à point en bien cuit. De uitleg bij de bien cuit-bakwijze wil de kapitein u niet onthouden: “Het vlees is volledig doorbakken, mag zeker niet rauw zijn. Van de roze kleur is geen sprake meer. Het vlees is droog en is eerder taai dan mals.” Om die uitleg dan te laten volgen door het sec, maar o zo helder geformuleerde “Wordt bij Gillis niet geserveerd.”
Op zich is er niet zo heel erg veel veranderd sinds het eerste bezoek van de kapitein aan Gillis, inmiddels bijna 4 jaar geleden. Of het zou het aantal gasten moeten zijn: die eerste keer zat de kapitein nagenoeg alleen in het restaurant, een aantal jaar later is dat niet langer het geval: de zaal is mooi gevuld. Een bemoedigend teken dat de Gentenaar goed vlees weet te waarderen. Dat restaurants als Gillis het (commercieel) goed doen, is een teken dat het misschien toch ooit nog goed komt met de mensheid. In tijden van Trump, Poetin, Brexit en Ed Sheeran kan de mensheid wel een lichtpunt gebruiken.
Als aperitief neemt Captain Critic een Copenhagen Havn Gin tonic, met zeekraal en citroenzeste. Volgens de regels van de kunst geserveerd in een glas met 1 grote ijsblok. Daarbij een eenvoudig potje zwarte olijven en een zakje brood. Als voorgerecht traag gegaard buikspek. Enkel vergezeld van een schep rode kool en een plak gekonfijte gember kan het amper eenvoudiger gepresenteerd worden, maar wie kan dat wat schelen wanneer het heerlijke vlees in kwestie zo zacht is dat het haast smelt op de tong. De kapitein was al veel langer fan van buikspek (was hij een tienermeisje, hij had er posters van boven zijn bed hangen), en wordt bij Gillis enkel verder gesterkt in zijn overtuiging. Buikspek is van het beste vlees dat er is.
En van topvlees gesproken: de gerijpte entrecôte in al zijn schoonheid is nog steeds waar het bij Gillis om draait. Deze keer opteert de kapitein voor een saignant gebakken Oostenrijkse Simmental (6 weken gerijpt). Krachtig en mooi gemarmerd vlees zou dat moeten zijn, met een uitgesproken smaak van boter en melk. Daarbij 3 sauzen (smakelijke peperroom-, heerlijke bordelaise- en fantástische béarnaisesaus), frieten die meer op frituurfrieten lijken dan de pommes pont neufs van de begindagen van Gillis (een voorkeur heeft de kapitein niet, ze zijn beiden even geslaagd) en een potje gemengde sla. Niets mis met gemengde sla, maar het witloofslaatje dat vroeger bij de entrecôtes geserveerd werd, was toch ook niet mis. Het naar binnen werken van een gerijpte entrecôte bij Gillis is geen lachertje. Noeste arbeid is het eerder, maar arbeid loont. De entrecôtes blijven van eenzaam hoog niveau, nu al bijna 4 jaar aan een stuk. Hopelijk blijven ze dat nog veel langer. Captain Critic zal Gillis alvast blijven frequenteren.
Op de menukaart overigens een uitgebreide uitleg bij elk van de vier klassieke bakwijzen van een entrecôte: bleu, saignant, à point en bien cuit. De uitleg bij de bien cuit-bakwijze wil de kapitein u niet onthouden: “Het vlees is volledig doorbakken, mag zeker niet rauw zijn. Van de roze kleur is geen sprake meer. Het vlees is droog en is eerder taai dan mals.” Om die uitleg dan te laten volgen door het sec, maar o zo helder geformuleerde “Wordt bij Gillis niet geserveerd.”
Reacties
Een reactie posten